Wie Den Andel uit zuidelijke richting nadert, beweegt zich in open ruimte, waar de wind vrij spel heeft en de wolken in steeds wisselende formaties over drijven. Het land, nu eens glimmend zwart van de doorploegde aarde, dan weer met een groene waas omgeven, is in voortdurende verandering, al naar gelang de tijd van de dag en het jaar.
Je gaat de Andelsterweg op en komt langs hobbykwekerij de Streekhof, waar je in oogsttijd zelf fruit kan plukken. Even verderop ontwaar je een kleine kade, waar een paar jongens aan het vissen zijn. Het watertje dat loopt in de richting van waar je net vandaan kwam, lijkt niet bepaald bevaarbaar. Vroeger werd dit water wel bevaren, met trekschuiten.
Je slaat linksaf, loopt langs een oude kerk met een aparte klokkentoren; schapen grazen op een weilandje ernaast, waar her en der nog oude graven liggen. Het eigenlijke kerkhof bevindt zich aan de overkant, met sierlijk hekwerk en aloude bomen. Vogels kwinkeleren, verder is het stil. Die stilte wordt doorbroken door het geluid van een dieselmotor; een lijnbus haalt je in, wil stoppen, maar je geeft te kennen dat je niet mee hoeft, je bent immers net aangekomen.
Links van de weg staan herenhuizen, rechts huizen van wat bescheidener formaat, bijna alle vrijstaand; de straat oogt vriendelijk en groen, met kleine fruitbomen langs de kant. Je passeert een school, wellicht is het net speelkwartier en dan ontdek je dat het in dit rustig ogende dorp bruist van jong leven. Als je even verder een zijpad inslaat naar het dorpshuis, kan het niet missen: dat geblikker op het dak komt van de zonnepanelen, waarmee het dorpshuis in haar energiebehoefte voorziet.
Je keert terug naar De Streekweg en loopt deze helemaal uit. Rechts op de hoek staat een markant gebouw uit 1910, waarin een galerie gevestigd is. Daar wil je wel een kijkje nemen, maar eerst steek je de weg over. Laten we zeggen dat het eind juni is, een zonnige zomerse dag. Bij de benzinepomp heeft de pomphoudster een zitplaats gecreëerd. Je laat je opnieuw overmeesteren door de geweldige ruimte die vanaf deze plek je uitzicht bepaalt. Polderland tot aan de einder. Meeuwen scheren over en je weet het Wad dichtbij. Straks zal je je weg door het dorp vervolgen, rechtsaf de Oude Dijk op. Langs de oude molen, die de vrijwillige molenaars net in werking hebben gezet; langs boerderijen en het bedrijf met moderne landbouwmachines; langs edelsmid, ateliers van beeldend kunstenaars en bijzondere tuinen, verscholen achter het groen. Je betrapt je erop dat je helemaal niet meer weg wilt, zo weldadig is het hier. Ja, hier wil je voor altijd wel blijven.
Passant of blijver, de Andelsters, ofwel Turken – niemand weet met zekerheid te zeggen waar deze scheldnaam, nu geuzennaam, vandaan komt – heten je van harte welkom. Wat je tot nu toe gezien hebt is nog niets, er valt zoveel meer te ontdekken. Neus lekker rond, zie welke activiteiten er hier plaatsvinden, stel vragen, neem contact op.
Veel plezier!